Carla is als communicatieadviseur verantwoordelijk in- en externe communicatie van De Nieuwe Ooster. Daarnaast organiseert zij herdenkingen zoals Poppy’s Day, de Buchenwald- en 4 mei herdenking en is mede organisator van Herinnering Verlicht.
Als ik later groot ben…
Als ik later groot ben? Daar had ik vroeger helemaal geen gedachtes over. Maar wat ik nu ben, daar ben ik heel tevreden mee. Ik zou natuurlijk wel graag een paar kilo lichter willen zijn en een paar euro meer overhouden aan het einde van de maand, dat wel. Ik heb nu al meer bereikt dan ik ooit had gedacht. Als kind was ik veel aan het tobben en had zorgen over later. Mijn opa, die onder ons woonde, overleed toen ik acht was na een lang en erg naar ziekbed. Hij was zeer gelovig en kon prachtig bidden. Over God, die onder ons was. Ik nam dan ook aan dat het zo was. Heel troostrijk. Door zijn ziekte en omdat ik van mijn vader niet dichtbij zijn bed mocht komen, omdat kanker wel eens besmettelijk zou kunnen zijn, ben ik daar anders over gaan denken. Ik dacht, er klopt geen donder van, God bestaat niet. Vanaf die tijd werd ik een somber kind. Dacht ook dat ik niet geschikt zou zijn voor het moederschap. Maar nu doe ik het toch best aardig met mijn twee kinderen. Daarnaast ben ik gelukkig in mijn relatie en heb een leuke baan.
Als ik later dood ben…
Als ik later dood ben, is er niets meer. Dood, dan zijn we weg, verdwenen. Ik leef, met een beetje geluk, nog voort in de gedachten van wie mij lief waren. Begraven word ik op vak 23. Dankzij de hoge bomen en hagen die erom heen staan, lijkt het een kamer met daklichten. De beste vriend van mijn man is er pas begraven en toen zei Jaap dat het hem ook wel wat leek om daar te liggen. Het is niet te duur, je moet dat gedenken niet overdrijven. Ik was altijd van cremeren, lekker snel en schoon. Maar Jaap wil begraven worden en dan moet ik er zeker in een urn bovenop. Dat vind ik maar niets, as moet waaien. Tijdens de dienst wil ik veel muziek, iets van John Hiatt en geen geouwehoer. Vertellen hoe aardig ik was en zo lief, doen ze maar als ik nog leef, heb ik veel meer aan. Het is het beste als het de laatste dienst van de dag wordt, want daarna is er nog wijntje, biertje en wat hartige hapjes. Als ik nog snel ga, mijn moeder werd ook maar 49, mogen alle collega’s een haag vormen wanneer mijn stoet binnenkomt. Lijkt mij wel mooi.