Bert

Bert is medewerker interne zaken en houdt zich onder andere bezig met gebouwenbeheer, budgetbewaking, inkoop, ARBO en BHV.

Als ik later groot ben…

Als ik later groot ben, treed ik in de voetsporen van mijn vader. Dat heb ik altijd gewild. Mijn vader was hovenier en opzichter. Lekker met bomen in de weer. Zo ben ik hier ook begonnen. Vooral veel buiten, tussen het groen. Tegenwoordig zit ik meer achter mijn bureau, wel zo’n vier meter boven de grond tussen de boomtoppen en ik kan regelmatig naar buiten lopen en genieten van het park. Ook op andere manieren ben ik in mijn vaders voetsporen getreden, samen zijn we koster bij de Martelaren van Gorcumkerk, aan de Linneushof. Het geloof heeft een hele grote plaats in mijn leven. Ik ga minstens eenmaal per jaar naar Lourdes, met ruim 1000 pelgrims. Dat virus heeft me echt geraakt. Ik doe daar het gebruikelijke duwwerk, mensen rondrijden en ik ben hoofdbrancardier. Als ik later echt groot ben, begin ik een zorgboerderij waar gehandicapten op creatieve wijze bezig kunnen zijn en zo aan de samenleving deelnemen. Daar komt voor wat ze maken ook een tentoonstellingsruimte, waar ik dan in de winterperiode mijn grootste passie laat zien, kerststallen. Sinds 1987 verzamel ik die, van hele grote tot hele kleine, formaat luciferdoosje. Voor je het weet heb je er, zoals ik, 350.

Als ik later dood ben…

Als ik later dood ben, word ik begraven op het verste plekje van de begraafplaats. Collega’s dragen de kist, werken ze ook eens. Nee hoor, dat doe ik ze niet aan. Ik zoek een mooi plekje bij mijn moeder, op vak 1. Het moet wel een goeie katholieke uitvaart worden. De kist wordt de kerk in gedragen, niet gereden. Bij ons in de kerk heb je van die luchtroosters, ga je daar met de rijdende baar overheen dan maakt dat zo’n rot herrie. Het moet niet al te triest zijn. Men mag best even stil staan bij de goede dingen, waar ik plezier aan heb beleefd. Het is traditie onder Lourdesgangers dat collega brancardiers de kist de kerk uitdragen. Geen rouwkost of crematiecake, wel hapjes, lekkere broodjes en een drankje. Muziek van Gerard van Maasakkers, “De boom”. Daarin beschrijft hij hoe zijn vader, ook hovenier, aan de tekentafel werkt. Boom bij vijver tekenen en zo. Toen ik dat van mijn vader zag, voelde ik hoe het zou moeten. Boompje groot, plantertje dood. Er staan her en der nog genoeg bomen die ik heb helpen planten. En voor mijn kerststallen is er in Nederland vast wel een instelling die ze dan wil hebben, alle 350.