Nog een verhaal uit mijn begraafplaatsportier verleden
Ik woon hier natuurlijk niet, maar ik wil hier wel begraven worden. Nu woon ik nog in Laren maar iedereen is hier. Ze had een lap stof om haar haar gedaan waar nog een paar grijze pijpenkrullen onderuit kwamen. Zo te zien was de lap zo van een grote rol afgescheurd, zonder zoom maar met losse draadjes. Kijk mijn broers liggen hier ook. Eentje is maar tweeënveertig geworden, die arme jongen en die ander zevenenzestig. Ik heb ze allebei overleefd, ziet u. Haar mouwloze vest was met grote, grove steken in elkaar gezet, ik vermoed door haar zelf. Bovenaan, bij haar schouder hing een los draadje. Zo ver ik er verstand van heb hoor je zo’n draadje vast te knopen. Nu zegt die uitvaartvereniging, ging ze verder, dat ik in Laren moet worden begraven, ik kan hier niet naar toe omdat ik hier niet woon, zeggen ze. “Nee hoor”, antwoordde ik haar, “u mag begraven worden waar u wil, ook hier.” Precies dat heb ik ze ook gezegd, maar zij zeggen dat ik daar niet voor verzekerd ben. Het draadje op haar schouder begon, door de vele bewegingen die ze maakte langzaam langer te worden, het vest zat bij haar schouder bij elke beweging met een steekje minder vast.
“Het is zaak dat u aan uw familie verteld dat u hier wilt worden begraven en dat er eventueel moet worden bijbetaald”. Geld is er genoeg, ik heb meer dan voldoende op mijn bankrekening staan. Bij “genoeg” gaf het draadje het op en het grof afgeknipte lapje stof bij haar schouder viel voorover. Ik zag dat ze onder het vest een blouse droeg die met de zelfde grote steken in elkaar was gezet. Als ik nu in Laren dood ga dan komen jullie mij toch wel halen om mij hier te begraven? Haar armbewegingen werden steeds woester. Ook de rechter schouder van haar vest liet los. Er sprong een knoop van haar blouse. Ik zag dat ook haar knopen maar met een enkele steek waren vastgezet. Van de familie moet ik het niet hebben, die doen niets voor me. Mijn dochter heb ik al jaren niet gezien en de familie van mijn broers, nou die betalen ook niets! Geld genoeg hoor. Mijn kleine broertje had een eigen bedrijf en nu heeft zijn vrouw die. En maar nieuwe auto’s kopen, waar is dat nou voor nodig? Er sprong nog een knoop van haar blouse. Nu het vest gedeeltelijk uiteen was gevallen zag ik dat ook de mouwen van haar blouse met grove steken aan de rest vast zat. “U kunt altijd een wens en een deposito bij de uitvaartondernemer neerleggen, zij moeten er dan voor zorgen dat uw laatste wens wordt vervuld.”
Ik dacht het haar zo mooi uitgelegd te hebben en hoopte dat ze weer verder liep voor haar blouse op de zelfde manier uiteen zou vallen als haar vest. Ook omdat er zich achter haar al een aardige rij begon te vormen. Nee, zij zeggen dat het niet kan en dat ik in Laren moet worden begraven. Als dat dan toch moet dan wil ik wel bij mijn eerste geliefde liggen. Ach dat was toch zo’n lieve jongen en die vrouw van hem die kijkt niet meer naar hem om, weet u. Langzaam zakte de mouw van haar schouder. Er sprong weer een knoop van haar blouse. Hoewel ik het niet wilde, zag ik toch dat ze minstens een hemd onder de blouse droeg. Gelukkig niet zelf gemaakt. Maar het liefst wil ik hier naar toe, u kunt mij toch komen halen als ik dood ben? De rij achter haar begon ongeduldig te worden. Ik zag hoe een echtpaar achter elkaar verbaasd aantikten en naar haar rok keken die voor mij enigszins buiten beeld was. Ik rechte mijn rug om mij zo wat langer te maken en keek over het randje van het loket naar beneden. Haar rok was gemaakt van tientallen lapjes die allemaal met enkele steken aan elkaar waren gezet. Bij haar voeten lagen al meerdere van die lapjes die van het grotere geheel waren losgekomen. “Weet u wat”, zei ik tegen haar, “als u dood gaat moet u mij bellen en dan kom ik u met alle plezier ophalen.” Tevreden liep ze verder een spoor van kleine stukjes bonte stof achterlatend. Zo voorkwam ik dat de eerst volgende rouwstoet werd ontvangen door een enkel in ondergoed geklede oudere dame, hoewel dat natuurlijk wel weer iets nieuws geweest zou zijn.