Mischa is uitvaartbegeleidster, maar nu een jaar lang coördinator van het pas geopende Café Roosenburgh op de Nieuwe Ooster.
Als ik later groot ben…
Als ik later groot ben wil ik witte dromedarissen gaan fokken, de mooiste van de Touareg. Ze hebben mooie lange bennen en zijn erg snel. Misschien wil ik ook nog Berber paarden fokken. Toen ik nog klein was, wilde ik archeologe worden. Maar ik realiseerde me niet dat je daarvoor moest studeren. Later op de middelbare school wilde ik eigenlijk niets worden, ik ben toen maar de verpleging ingerold. Dat heb ik bijna zeven jaar gedaan. Onder andere in verzorgingstehuizen, zoals op de aidsafdeling van het Flevohuis. In mijn jeugd werd ik altijd door mijn ouders begraafplaatsen over gesleept, vooral in het buitenland, tijdens de vakanties. Het trok mij ook wel, het mystieke en de sfeer van de dood. Iets wat minder wordt gedaan als je hier een tijdje werkt, natuurlijk. Ik ben hier gekomen toen het crematorium net was gebouwd, via het uitzendbureau. Eerst voor 15 uur per week. Binnen twee maanden was ik in vaste dienst voor 36 uur. Als mijn man straks is afgestudeerd en we blijven hier zal ik ook wel blijven werken, misschien een dagje minder. Maar als we naar Marokko gaan begin ik die dromedarissen en paarden fokkerij. Aan de oostkant van de Atlas.
Als ik later dood ben…
Als ik later dood ben hoop ik dat Café Roosenburgh zo’n groot succes is geworden dat klanten al weken van te voren moeten reserveren. Ik wil gecremeerd worden. Vooraf een anderhalf uur dienst in de aula met net zo veel mensen als toen wij trouwde, twee en half jaar geleden, een stuk of honderdveertig Ik vind het wel leuk als iemand nog wat zegt maar er liggen ook tien Cd’s klaar. Elke vakantie weer, zodat mijn ouders weten wat er gedraaid moet worden. Ik verkeer nog wel eens in hachelijke situaties en kom in desolate gebieden en langs ravijnen op mijn reizen. Ik hoop natuurlijk wel gewoon in mijn slaap te sterven. Na dit leven verwacht ik al mijn beestjes weer te zien en mijn dikke bolle oma. Mijn as gaat in een urn op een graf. Dat graf ligt dan aan het moordenaarslaantje op de Nieuwe Ooster. Als daar de zon door de coniferen schijnt heb je zo’n sprookjesachtige sfeer, maar soms ook best spookachtig. Maar, als ik in Marokko dood ga wil ik daar worden begraven. Waar ik ben, ben ik. Door de hitte en de droogte wordt je daar binnen de kortste keren gemummificeerd in je graf.